In 1865 kon de Gentse politicus en ingenieur August de Maere uit de erfenis van Eduard de Potter bijna 100 hectaren bos en akkerland aankopen, inclusief het neogotische jachthuis.

August de Maere was volksvertegenwoordiger, een tijdlang schepen van openbare werken in Gent en ontpopte zich tijdens de late 19e eeuw tot een van de belangrijkste promotoren voor de uitbouw van de haven van Zeebrugge. Hij zou kosten nog moeite sparen om zijn nieuwe eigendom in de buurt van Torhout uit te bouwen tot een riant buitengoed.

Omstreeks 1870 contacteerde hij Jozef Schadde voor het ontwerp van een neogotisch kasteel. Deze Antwerpse architect bouwde en verfraaide tijdens de tweede helft van de 19e eeuw een vijftiental kastelen in heel België, wat hem de bijnaam l’architecte des châteaux opleverde.

Schadde ontwierp een riant kasteel waarin hij elementen uit de neogotiek en de neorenaissance vermengde. De toegangspartij, volledig in natuursteen, kreeg de allures van een Loirekasteel. Boven het dakraam werd het wapenschild van de bouwheer aangebracht. Het interieur van het landhuis werd rijkelijk aangekleed in neogotische- en neorenaissancestijl.

Ten zuidwesten van het kasteel werden een aantal pittoreske bijgebouwen opgetrokken. Het koetshuis (nu hotel) valt op door de hoektorentjes met kantelen die het gebouw een romantisch, middeleeuws karakter geven. Ook de ‘kweekplaats voor neerhofdieren’ dateert uit deze periode.